De Engelse Mary Wollstonecraft Godwin was twintig toen ze, weggelopen met de dichter Percy Bysshe Shelley, in 1817 in Genève de roman Frankenstein schreef. Het boek groeide uit de verveling van een natte zomer, de griezelverhalen die het tweetal en de dichter Byron elkaar voorlazen en hun discussies over recente ontwikkelingen in wetenschap en filosofie. Zo dachten ze dat met elektriciteit misschien een dode weer tot leven op te wekken was en dat men wellicht een levend wezen kon maken uit dode lichaamsdelen.
Haar over de jonge wetenschapper Frankenstein en zijn monsterlijke schepping kende enorm succes en werd ontelbare malen bewerkt en gebruikt als grondstof voor nieuwe boeken, films, tekenverhalen, toneelstukken, schilderijen, muzikale evenementen. Daarbij groeide stilaan het misverstand dat het boek gaat over een monster dat Frankenstein heet. De hoofdpersoon is echter de jonge Zwitserse baron Victor Frankenstein, die geboeid wordt door de boeken van de alchemisten e…
Lees verder
De Engelse Mary Wollstonecraft Godwin was twintig toen ze, weggelopen met de dichter Percy Bysshe Shelley, in 1817 in Genève de roman Frankenstein schreef. Het boek groeide uit de verveling van een natte zomer, de griezelverhalen die het tweetal en de dichter Byron elkaar voorlazen en hun discussies over recente ontwikkelingen in wetenschap en filosofie. Zo dachten ze dat met elektriciteit misschien een dode weer tot leven op te wekken was en dat men wellicht een levend wezen kon maken uit dode lichaamsdelen.
Haar over de jonge wetenschapper Frankenstein en zijn monsterlijke schepping kende enorm succes en werd ontelbare malen bewerkt en gebruikt als grondstof voor nieuwe boeken, films, tekenverhalen, toneelstukken, schilderijen, muzikale evenementen. Daarbij groeide stilaan het misverstand dat het boek gaat over een monster dat Frankenstein heet. De hoofdpersoon is echter de jonge Zwitserse baron Victor Frankenstein, die geboeid wordt door de boeken van de alchemisten en door wetenschappelijke experimenten (o.m. dat van Galvani met stroomstoten op de spieren van een dode kikker). Hij studeert in het Duitse Ingolstadt en zoekt naar wat een mens meer maakt dan dode materie, dan 'gewoon een verzameling hendeltjes en scheikundige reacties'. Hij gelooft dat in elk stukje van het menselijke lichaam de kiem zit van elk ander deel. Zijn intense en lange studie maakt van hem een zonderling en eenzaam wezen. Hij wil uiteindelijk meer dan een lichaam weer tot leven wekken met elektrische kracht en het misschien verstand geven: hij wil uit het niets een denkend menselijk wezen scheppen, beter dan allen die hem bespotten om "zijn sjofele kleren, zijn magere gestalte en zijn warrige haar", en "niet bezoedeld door de bekrompenheid, de kleingeestigheid van de wereld". Na jaren werk komt de grote proef: hij deponeert een reep vlees van zijn dij in een bad vol chemische stoffen en leidt de bliksem daarnaartoe. Het experiment lijkt te slagen maar de uitgeputte Frankenstein verliest het bewustzijn. Dan blijkt het nieuwe schepsel, door te lang verblijf in het chemische bad, een reusachtig monsterlijk wezen te zijn. Victor Frankenstein vlucht maar merkt al snel dat het wezen hem achtervolgt. In Genève wordt zijn broertje vermoord en de lieve kinderjuf Justine wordt daarvoor veroordeeld en gehangen. Victor weet dat de schuld bij het monster ligt én bij hemzelf die dat wezen heeft geschapen. Bij een ontmoeting met het monster in de bergen merkt hij dat het in korte tijd leerde praten en handelen als de mensen, dat het zelfs weet wat goed en wat slecht is, maar niet waarom je het ene wel en het andere niet kan doen. Het monster bekent de moord op het kind. Ook heeft het Justine voor de misdaad laten opdraaien. De monsterman eist van Victor dat hij hem een bruid schept. Anders zal hij Victor en al zijn geliefden doden. Ten einde raad herhaalt Victor, op een afgelegen Schots eiland, zijn scheppingsprocédé, met een stuk wang van de begraven Justine. Als hij in de eerste gezichtstrekken van het wezen de kinderjuf herkent, doodt hij het, omdat hij niet wil dat de lieve Justine in de handen van het monster komt. Dat is hem gevolgd en heeft alles gezien. Als Victor enige weken later in het huwelijk treedt, kan hij niet beletten dat het monster zijn Elizabeth vermoordt. Hij wil wraak nemen en volgt de moordenaar tot in het hoge noorden. Daar vertelt hij, stervend van kou en ontbering, zijn verhaal aan de bemanning van een in het ijs vastgelopen schip. Zijn monsterlijke schepping heeft in de eenzaamheid op het ijs zichzelf beter leren kennen. Zijn haat voor zijn 'vader', die hem verloochend en verstoten heeft, is gemilderd en hij wil Victor vergiffenis vragen, maar komt te laat. Het monster wil nu sterven op het ijs, "alleen en niet bespot, niet bespot door degenen die een gemakkelijker leven hebben gekregen."
Mary Shelley schreef een moderne versie van het Griekse verhaal over Prometheus, die van de goden het vuur stal voor de mens, en die ook een levend wezen maakte naar een model van klei. Voor die arrogantie werd hij net als Victor gestraft. In tegenstelling met de algemene opvatting is het boek niet zomaar een gruwelijk griezelverhaal. Het probeert ook een antwoord te geven op vragen over het doel van de wetenschappen en de verantwoordelijkheid van de wetenschapper, en daarnaast onderzoekt het het nog het fundamenteelste ethische probleem: is de mens bij zijn geboorte goed of slecht of neutraal? Het antwoord van de schrijfster is duidelijk: het monster kent het verschil tussen goed en kwaad niet maar het wordt boos als Victor en de andere mensen het slecht behandelen, en op het eind van het verhaal beseft het zelfs dat het misdaden gepleegd heeft en wil het daar ook voor boeten. Kennis en opvoeding spelen dus voor de schrijfster een belangrijke rol in de groei van het ethisch besef. De constructie van het boek stoelt op de verhaal-in-het-verhaaltechniek. In het verhaal over het in het poolijs vastgelopen schip, vertelt Victor zijn trieste ervaringen. Daarin weer vertelt het monster over zijn ontgoocheling, zijn haat en zijn misdaden.
Vragen stellen over de geloofwaardigheid van het verhaal zelf heeft niet veel zin: het is immers niets meer dan een epische verbeelding van een met veel vraagtekens geopperde hypothese. De cloonexperimenten van vandaag tonen overigens dat de wetenschap nog steeds bezig blijft met de droom van de beheersing van het leven. Wel wordt van de lezer veel goede wil gevraagd bij de tekening van de ultrasnelle evolutie van het monster. In een paar weken slaagt dat er niet alleen in te praten maar ook te handelen en al snel ook tot op zekere hoogte te voelen als mensen, en dat eigenlijk alleen door een tijdlang door een gaatje in de wand een arm gezin te bespieden. Het ontgaat me eigenlijk ook wel waarom Victor Frankenstein half Europa moet doorzwerven bij zijn wetenschappelijk avontuur. Dat neemt natuurlijk niet weg dat dit debuut van een achttienjarige schrijfster een sterke prestatie was. Deze uitgave is een vertaling van de bewerking van John Grant, met een inleiding en enkele aantekeningen over het verdere gebruik van de roman in verschillende kunsttakken door Anthony Marks. De vertaling leest vrij vlot. Jammer van nogal wat botsende voegwoorden en van het slordige gebruik van de komma tussen persoonsvormen en bij betrekkelijke bijzinnen. Toch goed dat de wat oudere jeugd met dit boek de kans krijgt dit populaire verhaal van een wetenschapper en zijn schepping te lezen. De flaptekst vermeldt dat het boek geschikt is voor lezers vanaf 10 jaar. Dat vind ik toch nogal jong als men wil dat ze wat zicht krijgen op de filosofische en de ethische aspecten van het verhaal. In deze reeks is eerder Dracula verschenen. [Herman De Graef]
Verberg tekst